Voorzitter, collega’s,
Vandaag bijten wij de spits af met het standpunt van onze fractie, dat men historisch zou kunnen noemen.
Historisch omdat het standpunt vandaag het laatste is in een lange reeks over beleid waarin alle bevoegdheden nog eens aan bod komen.
Na 2016 komt een kantelmoment, er zal beleid moeten worden gevoerd zonder de persoonsgebonden materies.
De toekomst van de provincie zal vanaf 2017 in een afgeslankte versie verder kabbelen tot de broodnodige beslissing valt om het niveau van het provinciebestuur definitief af te voeren.
Onze fractie is al lang voorstander van het opdoeken van het provinciaal bestuursniveau.
Het verdwijnen van het provinciebestuur als beleidsniveau is het logische gevolg voor meer efficiëntie en voor een beduidend minder dure overheid.
Helaas kiest men niet voor de meest evidente beslissing: een afschaffing. Men kiest via "politique politicienne" voor het stelselmatig verder uitkleden van het provincieniveau.
Ooit waren er drie bestuursniveaus: de federale staat, zijn provincies en de gemeenten.
Stelselmatig werd de federale staat afgebouwd via de verschillende staatshervormingen. De gewesten, het nieuwe en bijkomend tussenniveau, verwierf steeds meer bevoegdheden
De tot nu laatste en dus zesde staatshervorming - of beter staatsmisvorming - is een hold-up op het Vlaamse budget gebleken.
Vlaanderen kreeg wel meer bevoegdheden, maar de financiering van die behoeften werd maar voor 87,5% ingedekt. Vlaanderen moet het dus met 12,5 % minder middelen doen en dus de broeksriem fors aanhalen.
Tal van besparingen treffen dus ook de Vlaamse Provincies en ons Limburg in het bijzonder.
Collega’s van CD&V, SP.a en O-VLD, uw partijen hebben een verpletterende verantwoordelijk voor dit alles.
Als een rode draad loopt die Interne Staatshervorming door het toekomstige beleid. Een analyse maakt overduidelijk wat voor een gedrocht deze hervorming eigenlijk is.
Wij beklagen de N-VA-fracties in de verschillende provincieraden die dit gedrocht met hand en tand moeten verdedigen …
Onze fractie geeft ruiterlijk toe dat het in die moeilijke omstandigheden geen sinecure is om voor 2016 een beleid uit te stippelen. Omdat knopen van de Interne Staatshervorming nog niet werden doorgehakt is het voor de meerderheid maar ook de oppositie moeilijk om hun werk naar behoren te doen.
Collega’s, deze bestuursploeg benadrukt in haar inleiding tot het beleid van 2016: "Limburg fietst op kop …"
We fietsen zeker op kop als het om ons fietsroutenetwerk gaat.
Een dikke pluim voor alle Limburgers die dit project ooit hebben opgestart, gesteund en gedurende al die jaren hebben uitgebouwd!
Ons fietsroutenetwerk kent zijn gelijke niet.
Limburgers mogen er terecht trots op zijn.
Groot is echter het contrast met die andere werkelijkheid.
Limburg, beste collega’s, fietst absoluut niet op kop, en al zeker niet waar het onze werkgelegenheid betreft, onze onderwijskansen, armoede, … En al zeker niet als het om ons welzijn gaat!
We volgen zelfs het peloton niet meer.
Moeten we in Limburg dan met zijn allen de bezemwagen in?
Opnieuw valt onze fractie in herhaling door meer te geloven in feiten dan in mooie verhalen.
Met de eeuwige beloften en het verdoezelen van de realiteit door alles in rozengeur en maneschijn te hullen komen we er in Limburg niet.
Het is hoog tijd om te bewijzen dat al die beloften uiteindelijk tot meer resultaten gaan leiden.
Wanneer bewijzen we duidelijk wat we kunnen en wat we waard zijn?
Wij zijn het inderdaad grondig oneens met de gouverneur die de Limburgse gemeenten in zijn rede en de krant vraagt om "financieel bij te springen" …
Wie de financiële cijfers van dit Limburgse provinciebestuur niet kent zou kunnen veronderstellen dat we bijna op zwart zaad zitten. Niets is echter minder waar.
In juni nog werden de cijfers over 2014 bekendgemaakt en "toverde" de deputatie een gecumuleerd resultaat van maar liefst 125 miljoen euro uit haar hoed, terwijl luttele maanden voordien een resultaat van "slechts" 93 miljoen werd voorspeld.
De maand voordien verbaasde ons de "ZB" truck: "een historisch potje voorzichtigheidsprincipe" van 6 miljoen euro viel zomaar "zonder bewijs" uit de provinciale lucht. Halsstarrig blijft men maar jammeren en klagen. Maar men is blijkbaar niet verlegen om via de gemeenten een extra bijdrage van 10,00 euro per inwoner per jaar bij de Limburgers te gaan bedelen, zodat jaarlijks een kleine 10 miljoen euro extra zou kunnen worden uitgegeven aan zogenaamde "toekomstprojecten".
Zou heel politiek Limburg, parlementairen, deputatie en ook de gouverneur zich niet beter eens de vraag stellen wat er loos is bij LRM en bijgevolg geen dividend van 10 miljoen over 2014 gaat uitkeren?
Collega’s, het wordt misschien wel hoog tijd dat de struisvogels de kop uit het zand trekken en een ernstige doorlichting vragen. Hun licht werpen op deze Limburgse instelling die het naar onze mening niet zo nauw neemt met het "efficiënt en degelijk" investeren van belastinggelden. Geld dat uitgetrokken werd voor de Limburgse reconversie na sluiting van de Limburgse mijnen.
Stel eens voor welke projecten men ook had kunnen uitvoeren met die 10 miljoen euro die enkele jaren geleden nodeloos en tegen al onze waarschuwingen in dumpte in de bodemloze put van de Gemeentelijke Holding. Schaamtelozer kan bijna niet!
Trieste vaststelling: het budget 2016 is - om het in "ZB" termen te zeggen - gemaakt "Zonder Begeestering". Creatief omgaan met beschikbare financiële middelen is nochtans de grote uitdaging, maar blijkbaar speelt men liever het valse politieke spel om aan het adres van Vlaanderen de nodige verwijten te maken dat de hoeveelheid aan middelen die men in de toekomst zal krijgen sowieso ontoereikend zal blijken.
Onze fractie stelt bovendien vast dat men toch creatief genoeg is om in het budget 2016 de nodige reserves in te bouwen om de autofinancieringsmarge aan het einde van de rit positief te laten eindigen.
De belastingbetaler wordt dus eens te meer voor aap gezet.
We geven ruiterlijk toe dat er op economisch vlak in onze provincie de afgelopen jaren veel werd gerealiseerd. We zijn er zeker nog niet! Er is nog veel werk aan de winkel, want onze Limburgse economie mist nog een pak concurrentiekracht.
De eerlijkheid gebiedt ons te benadrukken dat het inderdaad indrukwekkend is wat de gedeputeerde van economie de voorbije jaren in Limburg heeft klaargespeeld.
Over enkele weken geeft hij de fakkel door aan zijn partijgenoot.
Met alle respect voor deze sympathieke collega, maar wij begrijpen de CD&V niet.
In deze barre economische tijden wordt deze man, met een uniek helikopterzicht op onze Limburgse economie, bedankt. Onbegrijpelijk!
Is er een duidelijker graadmeter om de gezondheid van onze Limburgse provincie te meten dan de werkloosheidsgraad van onze Limburgse beroepsbevolking?
Een groot deel van Limburg wordt duidelijk in de steek gelaten. De Limburgse werkloosheidscijfers spreken boekdelen, collega’s.
West-Limburg heeft nu een werkloosheidsgraad van 7,5 %, ongeveer gelijk aan het gemiddelde van andere Vlaamse regio’s.
Een groot drama in Oost-Limburg. Die werkloosheid van 9 % is net iets minder slecht dan die in de regio Antwerpen-Boom.
In onze interpellatie van juni zaten we op dezelfde golflengte met de gedeputeerde om aan te geven dat de toestand in Oost-Limburg dramatisch is. Wij hebben toen opgeroepen om daar werk van te maken.
Het is ontgoochelend om in de beleidsverklaring van 2016 enkel een opsomming van de werkloosheidscijfers van september terug te vinden.
Duidelijk is ook de spanningsindicator van de VDAB, collega’s. U weet, dit is de verhouding van niet-werkende werkzoekenden tot alle vacatures.
De gemiddelde spanningsindicator van de Vlaamse regio’s van de voorbije 12 maanden maakt pijnlijk duidelijk dat die van Limburg-Oost met 16,7 de hoogste is van heel Vlaanderen. Die van Limburg-West bedraagt 5,8. Een schande. We blijven op deze wantoestand hameren tot er verbetering komt.
Collega’s, Oost-Limburg wordt echt in de steek gelaten, een schrijnende verwaarlozing die niet kan.
Er staat in de beleidsverklaring niet één oplossing om iets aan die toestand te doen.
Of toch, collega’s? In diezelfde beleidsverklaring is duidelijk dat de oplossing elders ligt.
We moeten rekenen op de inspanningen van Nederlands Limburg om onze werkgelegenheid in het Maasland op te lossen.
Een vernedering die kan tellen, collega’s!!!
Dames en heren, we staan hier niet alleen met de uitgangspunten die we al jaren benadrukken.
In september klonk het als volgt tijdens een treffen van de Limburgse ondernemersclubs. Ik citeer: "Limburg is te bescheiden en laat zo kansen liggen. Limburg beschouwt zich te veel als underdog en heeft te weinig zelfvertrouwen. Daardoor laat onze economie kansen liggen en vervalt ze in oude gewoontes."
Dat zegt Peter Vanden Houte, de hoofdeconoom van ING, en hij ziet een groei van de economie in Europa. "Limburg profiteert daarvan, maar het zou nog beter gaan als we niet zo bescheiden zouden zijn. Er is nood aan creatieve dwarsdenkers. Wij hebben in Limburg geen nood om ons te omringen door jaknikkers. We moeten op zoek naar kritische tegenspraak die ons verplicht om na te denken. De dissonante noten in onze provincie zullen een creatieve en innovatieve reflex aanwakkeren.
We blijven te veel in het oude zitten." Einde citaat.
Wij Limburgers zijn inderdaad te bescheiden en hebben te weinig lef en chauvinisme.
Tijdens de recente debatten over het beleid 2016 hadden we het even over armoede. Onze fractie hamert al vele jaren op een kordate aanpak. In onze provincie leeft één op zeven Limburgers in armoede. De cijfers onderstrepen onze bezorgdheid. Sinds 2009 is de armoede met 17,2 % opgelopen tot 122.618 in 2015.
De Limburgse deputatie schermt met het argument dat dit niet haar bevoegdheid is. Een flankerend beleid moet kunnen, collega’s.
Schiet volgend voorstel vooral niet af omdat het een voorstel van VLAAMS BELANG is, zoals sommige politici dit schaamteloos in de media durven verklaren.
Wanneer die persoonsgebonden materies wegvallen resten er inderdaad slechts de grondgebonden zaken.
We stellen voor dat de provincie bijv. wel nog een armoedebeleid en een beleid voor vrijwilligers kan voeren op het vlak van grondgebonden bevoegdheden. Bijv. welzijnsinitiatieven rond sociaaleconomische streekeconomie en vrijwilligerswerking op het vlak van provinciale groen(natuur)domeinen.
Deputatie, denk er eens over na!
Men kan zich de vraag stellen of de gouverneur nog van deze wereld is wanneer hij nog extra inspanningen vraagt van de gemeenten en dus van alle Limburgers. Heeft hij dan geen oog voor de precaire financiële toestand waarin onze gemeenten met de lippen boven water leven?
Bovendien weten we allemaal uit recente voorbeelden hoe sommigen met potjes belastinggeld omgaan.
Als voorzitter van de deputatie moet hij beter weten dan wie ook dat dit provinciebestuur op een berg reserves zit. Spreek die reserves aan om Limburg economisch vooruit te helpen alvorens de bevolking nog meer financieel leed aan te doen.
Gaat hij toch niet nog meer Limburgers verder in armoede doen belanden?
De gewezen hoofdredacteur van De Standaard maar nu van het Nederlandse NRC Handelsblad verwoordde het als volgt, en ik citeer: "Journalistiek moet helemaal niet constructief zijn, maar grondig. Het moet vervelend zijn voor machthebbers. Als debat niet meer kan, dan is democratie heel ver weg."
En inderdaad, onze fractie verschilt gelukkig al eens van mening met anderen.
Maar in tegenstelling tot wat de media de bevolking tracht wijs te maken, was en is onze fractie het inhoudelijk voor een groot deel wél eens met de rede die de gouverneur uitsprak.
Net als vorig jaar zijn we het weer wél eens met de Limburgse gouverneur die opnieuw, maar met andere woorden, oproept om de Limburgse problemen zelf aan te pakken.
"Limburg moet en zal zelf uit het dal moeten kruipen."
Hij lijkt zelfs onze woorden van de laatste jaren te herhalen.
Wij moeten, met aandrang, samenwerken met de ons omliggende buren uit Vlaanderen, Nederland en Wallonië, zonder uit het oog te verliezen dat zij gevreesde concurrenten zijn.
Wij Limburgers moeten de concurrentie de loef afsteken om zoveel mogelijk industrie naar Limburg te halen.
De druk is hoog, de strijd is keihard en de tijd is kort!
De Limburgse eigen identiteit is heel belangrijk. Die eigenheid staat op het spel als we niet vooruitkijken. Met een bloedrode Limburgsymbool-sticker zullen we er zeker niet komen.
Natuurlijk is het ongemakkelijk voor sommigen om het standpunt te horen dat de provinciebesturen moeten worden afgeschaft.
Er is moed voor nodig om af te wijken van betreden paadjes in het voordeel van efficiëntie en een goede besteding van ons belastinggeld.
Dat steden en gemeenten de motoren zijn van economisch, cultureel, vormend, sociaal en verzorgend leven is een open deur intrappen.
Sterke steden en gemeenten uitbouwen is onze Limburgse toekomst!
Ongelooflijk, die bewuste blindheid voor de realiteit en onwil om te veranderen.
Politici willen hun macht behouden. Blijkbaar staat niet het belang van de burger centraal.
Fusies van gemeenten is het enige echte alternatief bij afschaffing van het provinciaal bestuursniveau.
Neem nu louter de beschikbare financiële middelen: deze zijn beperkt, worden steeds schaarser en toch is er een grote nood aan meer slagkracht. Een fusie van gemeenten lost dit op via de schaalvoordelen.
Als in Limburg een 8 tot 10 gemeenten overblijven, dan is ook de afstand van deze gemeenten tot Vlaanderen significant kleiner.
Wat kan bij de politiezones, bij de brandweer en de ziekenhuizen moet zeker kunnen bij de gemeenten!
Ga niet als schapen zitten wachten op een al dan niet verdoofde slachting.
Gaan de Limburgse parlementairen, gedeputeerden en burgemeesters als konijnen blijven staren naar de lichtbak of gaan we met het mes tussen de tanden onze eisen verdedigen in Brussel?
Limburgse gedeputeerden!
Neem nu zo snel mogelijk uw verantwoordelijkheid tegenover Limburg.
Neem initiatief! Organiseer die fusies voor Brussel er zich mee gaat bemoeien.
Voorzitter,
Tot zover het standpunt van de VLAAMS BELANG-fractie.
Wim De Meester
Fractieleider VLAAMS BELANG
Provincieraad Limburg