Privacy
Het waarborgen van de privacy: een nuance bij het project in de Noordlaan
De 10 m tuinen is in functie van privacy. Dit is bijgevolg eerder een afstandsregel die ontstaan is vanuit overdreven inkijk. Buren dichtbij aan zijkant is ok, maar aan achterzijde ook is van het goede te veel (zien wat de buren op hun bord hebben liggen). Het getoonde voorbeeld toont een overgang naar parkje - dan zijn ondiepe tuinen uiteraard ok. Dit kan zelfs enkel een terras zijn met open relatie naar het park.
Ik ben het eens met het gegeven dat in traditionele verkavelingen de 10 m diepe tuin gerechtvaardigd is. Waar achtertuinen aan elkaar grenzen, is een minimum afstand zeker gewenst. Echter stapt men steeds meer af van het traditionele verkavelen, waarbij de gemeenschappelijke buitenruimte beperkt is tot een gemeenschappelijke pleintje.
Meer en meer projectontwikkelaars – waaronder ook wijzelf – streven naar meer collectieve buitenruimtes, en in dat opzicht zijn die 10 m diepe tuinen niet meer nodig en maakt het niet uit of die tuin bijvoorbeeld maar 7 m of 8 m diep is. De private zone is er, en desgewenst kan men gebruik maken van de collectieve groenzone.
Cerina Marchetta (zaakvoerder Marchetta)
Privacy blijft voor de grote meerderheid een belangrijke waarde maar vandaag de dag is er tegelijkertijd de maatschappelijke trend om samen met buren allerlei dingen "te doen". Kijken we bijvoorbeeld naar de revival van burengroepen. De vraag "waar samen, waar apart?" staat dan ook meer centraal. Het betreft hier een meer verfijnde ruimtelijke vertaling in het domein van het wonen.
Daarnaast hebben vele tweeverdienersgezinnen het erg druk of zijn ouderen erg bezorgd dat ze zelf hun tuin niet meer kunnen onderhouden. Het belang van onderhoudsgemak kan vandaag een aanleiding vormen voor minder vierkante meters private buitenruimte. Indien er bovendien aan de kleinere private buitenruimte gemeenschappelijk groen toegevoegd kan worden dat samen of door een derde partij onderhouden wordt dan toont ons onderzoek naar "het wonen zoals is het is" in Vlaanderen dat daar meer en meer kandidaten voor zijn.
Ruth Soenen (Simply Community)
Levenslang wonen
Wordt er ook rekening gehouden met levenslang wonen binnen het project Termien van Nieuw Dak? Kan een gezin dat in Termien komt wonen daar ook oud worden, als de kinderen uit het huis zijn.
Er is een diversiteit aan woongelegenheden binnen dit project en ruimer binnen de wijk:
- appartementen, duplexen en huizen
- voor alleenstaanden tot en met gezinnen met 2 kinderen
- woongelegenheden met 1 tot 3 slaapkamers.
Een gezin dat in Termien wilt blijven wonen, ook als de woning te groot wordt, kan dat. De huidige huurwetgeving bepaalt zelfs dat huurders die te groot wonen, met voorrang kunnen verhuizen naar een aangepaste woning in de buurt.
Een heel aantal appartementen en duplexen in de wijk zijn voorzien voor senioren en zijn geconcipieerd volgens de principes van levenslang wonen.
Myriam Indenkleef (directeur Nieuw Dak)
Beheer en onderhoud
Er is een verschil tussen bouwen voor verkoop of bouwen voor verhuur (zowel sociaal als private verhuur). Beheer is bij verhuur erg belangrijk. Beheer van gemeenschap, maar ook gebrek aan beheer door huurders (bijvoorbeeld de tuin). De Tuinwijken hadden een guard die de mensen wijst op het onderhoud. Een conciërge-functie vanaf een bepaalde schaal lijkt geen luxe?
Nieuw Dak werkt met "wijkmeesters", eigen medewerkers, die de "ogen en oren" van Nieuw Dak zijn. Zij staan in voor het technisch beheer van de gemeenschappelijke delen en zijn heel regelmatig persoonlijk aanwezig in de buurt en gemeenschappelijke delen, waardoor zij aanspreekbaar zijn. Zij kennen (bijna) alle huurders, omdat zij ook het onthaal van nieuwe huurders doen. Zij hebben geen macht (om te belonen of te bestraffen), maar zijn wel aanspreekfiguren en spreken huurders aan wanneer zij zich niet aan de afspraken houden of wanneer er problemen zijn.
In het project in de Noordlaan wordt met een syndicus gewerkt.
Dat sociale huisvestingsmaatschappijen een vinger aan de pols hebben in de wijk en dus steeds ook betrokken zijn bij de lokale bewoners is van cruciaal belang.
Het onderzoek naar vier sociale woonwijken in opdracht van de provincie Limburg toont aan dat de relatie tussen de sociale huisvestingsmaatschappij en de bewoners een impact heeft. Wanneer de relatie eerder onbestaande of conflictueus is, heeft dat een negatieve invloed op de beleving van de woning én de wijk.
De sociale huisvestingsmaatschappij is een actor die niet alleen een invloed heeft op de spreekwoordelijke stenen maar ook op de beleving van de bewoners.
Investeren in de lokale omgeving zoals het werken met wijkmeesters is erg productief maar tevens ook weer geen eenvoudige opdracht. Sociale huisvestingsmaatschappijen hebben immers een publiek imago dat ze vanuit het verleden meeslepen namelijk een eerder controlerend orgaan en uiteraard zijn ze ook nog steeds de huisbaas.
Via het inzetten van lokale professionals kan er aan dit imago gewerkt worden. Ze dienen een dynamisch evenwicht te vinden tussen het kort op de bal kunnen spelen met betrekking tot allerlei kleine en grote mankementen, een luisterend oor aan de dag kunnen leggen, kunnen bemiddelen en het bewaken van grenzen en dus ook het kunnen "corrigeren" van bewoners.
Vraagstukken met betrekking tot het "beheer" dienen dan ook vanuit dit professioneel perspectief bekeken te worden.
Het lokale niveau is een vaak onderschat werkdomein. We vergelijken dit wel eens met het beeld van de schooldirecteur die aan de schoolpoort staat in tegenstelling tot de bankdirecteur van wie het kantoor zo ver als mogelijk van het onthaal ligt.
Het is de schooldirecteur die uiteindelijk de meest succesvolle kandidaat is voor een goed beheer van zowel de stenen als de mensen.
Ruth Soenen (Simply Community)
Parkeerbeleid
Zijn er nieuwe trends in het omgaan met de auto. Willen mensen de auto nog steeds voor de deur of is er draagvlak voor parkeren in pockets?
Nieuw Dak ervaart dat de meeste huurders de auto graag zo dicht als mogelijk bij de deur (of in huis) hebben.
In nieuwe projecten wordt het parkeren in pockets regelmatig toegepast. Dit werkt als er geen andere mogelijkheid is om de auto elders en dichterbij te parkeren én er tegelijk voor gezorgd wordt dat er wel een mogelijkheid tot laden en lossen dicht bij de woning is.
Dit betekent dat de woonomgeving en het openbaar domein in die zin moeten ingericht worden. Tegelijk is het ook belangrijk mensen aan te spreken op het juiste gebruik van de parkeerplaatsen en openbare ruimte.
Als projectontwikkelaar streven wij er steeds meer naar om de auto uit de woongebieden te houden. Dit omdat de nieuwe woonprojecten niet meer traditioneel zijn opgebouwd uit "een woning gelegen aan een straat". De "straat" van weleer fungeert nu ook als gemeenschappelijke verblijfsruimte.
Om dit in de praktijk te laten werken, is het moeilijk de auto toe te laten. Toch is een mix van woonvormen aanbieden noodzakelijk. Niet voor iedereen is het fysiek haalbaar om een stukje te wandelen om tot de auto te komen.
Cerina Marchetta (zaakvoerder Marchetta)
Het parkeren is een thema dat in buurtonderzoek vaak wordt gethematiseerd door bewoners. Overal maakt men gewag van een tekort parkeerplaatsen. Het kan zelfs tot heuse polarisatie leiden tussen bewoners onderling.
De ene wil de auto bannen, een volledige transformatie; de ander verheerlijkt dan weer de positie van de auto.
Zo zijn er in Vlaanderen mensen die het niet pikken dat anderen voor hun deur parkeren ook al betreft het hier het publieke domein. Of worden er vernuftige strategieën toegepast met een aanhangwagen om die later te verzetten en zo een eigen parkeerplek te garanderen.
Aan scholen komen ouders dan weer erg vroeg om toch een parkeerplaats te bemachtigen.
De auto is ook een beetje huiselijkheid op verplaatsing. Huiselijkheid is er echter in vele versies zowel positieve als negatieve. De middenweg die zowel door huisvestingsmaatschappij Nieuw dak als het bouwbedrijf Marchetta wordt aangegeven is dat parkeren meer en meer wordt losgekoppeld van de woning mits, en dit is heel belangrijk, dat bewoners wel nog kunnen laden en lossen aan hun woning. Denken we in het bijzonder aan ouderen, alleenstaanden met kinderen en mensen met een handicap.
Ruth Soenen (Simply Community)
Daglicht
Lukt het nog om voldoende daglicht te creëren (oppervlakte beglazing) gelet op de strenge EPB-eisen (schilfactor)?
Dit lukt zeker nog als men hier van in het begin van het ontwerp rekening mee houdt. Het plaatsen van ramen op de juiste plaats in de woning is van meer belang voor het binnentrekken van licht dan de grootte van de ramen. Mensen willen bijvoorbeeld een raam in hun badkamer die gelegen is op het noorden, omdat de badkamer anders niet verlucht kan worden. Dit is eigenlijk nutteloos, plaats een raam op het oosten of westen in de leefruimte, zodat je hier ’s morgens en ’s avonds extra licht vangt als je thuis bent na een dag werken.
Cerina Marchetta (zaakvoerder Marchetta)